Zuid-Amerika; In de voetsporen van Simón Bolívar.
Deze serie is een uittreksel van de dialezing over de reis door Venezuela, Colombia, Ecuador en Peru die Kees Looijesteijn en Henny Verrips in 1994 maakten.
De oud-ontwikkelingwerkers volgden daarin een deel van de veldtochten van Bolívar.
Aankondiging
Literatuur uit Zuid-Amerika vormde in 1996 het thema van de Boekenweek. De bibliotheek Anna Paulowna organiseerde rond dit onderwerp een speciale literaire avond welke werd gepresenteerd door Looijesteijn.
Deze serie is een uittreksel van de dialezing over de reis door Venezuela, Colombia, Ecuador en Peru die Kees Looijesteijn en Henny Verrips maakten. Ze volgden daarin een deel van de veldtochten van Simón Bolívar
De generaal in zijn Labyrint
“Het is of de duivel mijn hele leven bestuurt” schrijft Bolivar in een brief van augustus 1823 aan zijn generaal Santander. Die zin siert ook de eerste bladzijde uit het boek “De generaal in zijn Labyrint” van Gabriel García Márquez. Het boek beschrijft de laatste maanden van de legendarische bevrijder van Spaanstalig Amerika, generaal Simón Bolívar. Het heeft Bolívar -ondanks zijn rijke afkomst- in zijn leven niet mee gezeten. Hij was een van de vier kinderen uit een koloniale elite. De familie bezat cacao en suikerplantages. Die afkomst bracht hem geen geluk. Drie jaar nadat hij in 1783 te Carácas geboren in was, verloor hij zijn vader. Zijn moeder ontviel hem nog voor zijn tiende verjaardag. Verder opgevoed door bloedverwanten werd hij vervolgens als tiener naar Spanje gezonden. Daar trouwde hij, bracht zijn bruid mee naar huis in San Mateo, een plaatsje even ten westen van Caracas. Zijn adellijke bruid was geen lang Latijns Amerikaans leven beschoren, Bolívar heeft haar 8 maanden lang ziek gezien, voordat ze overleed aan tropische koorts.
Kaart met de veldtochten die Simon Bolivar
De ‘ijzeren reet’ van Bolívar.
Op dit kaartje ziet men in gekleurde routes de diverse veldtochten die Simon Bolivar tussen 1812 en 1824 ondernam. De rood gekleurde lijn geeft de route weer die Kees looijesteijn in 1994 samen met Henny Verrips volgden. In 1819 begon Bolívar aan zijn huzarenstuk; de slag om Boyaca. Met 4500 soldaten verplaatste hij zich zo’n 500 km over ondergelopen vlaktes, dwars over het Andes-gebergte Columbia in. Onder dermate beroerde omstandigheden dat een derde van zijn troepen en de meeste van zijn ezels en paarden het niet overleefden. Het uithoudingsvermogen leverde hem de titel van ‘Culo de hierro’ oftewel ‘ijzeren reet’ op.
In het vliegtuig werd gewaarschuwd voor verhoogde militaire paraatheid. Na de landing op vliegveld “Simon Bolivar” in Caracas was hier niets van te merken. Ik moest denken aan de uitspraak van Bolivar: ‘Amerika is niet te regeren. Hij die de revolutie dient, ploegt in de zee’. Ons toestel ploegde gelukkig niet in zee en of de militairen de revolutie dienen valt te betwijfelen.
Venezuela, Merida, Standbeeld Bolívar.
De droom van Bolívar: Bolívar was de eerste president van Groot-Colombia, dat bij het uitroepen ervan in 1819 naast het huidige Colombia bestond uit Venezuela, Panama en Ecuador.Hij koesterde zijn droom Zuid-Amerika om te smeden tot een ongedeeld rijk. De kleine bovenlaag uit de regionale hoofdsteden, beschouwden hun gebied als koninkrijkjes. Zij voelden weinig voor een dergelijk gecentraliseerd gezag. Zijn belangrijkste generaal Santander en tevens vice president was een vertolker van die opvattingen. Santander wilde een veel losser, federaal verband. Hij kwam daar mee in conflict met Bolívar. Uiteindelijk won Santander. Venezuela en Ecuador scheiden zich af in van 1830. Het werd het sterfjaar van Bolívar. In 1902 bracht een Spaanse, in Havanna gevestigde zakenman hulde aan Simon Bolivar, door zijn merk havanna’s naar hem te noemen. Het is dus niet te verwonderen dat deze sigaren vervaardigd zijn met bladeren waarvan de eigenschappen de energieke persoonlijkheid van de Amerikaanse held symboliseren.
Colombia, Cúcuta, Wachtende rij publiek voor de bank
Van de grensplaats Cúcuta kwamen wij vanuit Venezuela, Columbia binnen. Het bord ‘Welkom in Columbia’ en de leuze ‘Grens Simón Bolívar, grens van twee broederlanden’ staat in contrast met de formaliteiten. Een staaltje double-speak van de grote leiders. Maar ja, we bevinden ons ook in een gebied waar smokkelarij een niet geringe bron van lokale inkomsten is.
Cúcuta – Bucaramanga
De grensplaats Cúcuta, gesticht in 1733, ligt op 3200 meter hoogte, toch is er ondanks deze hoogte sprake van een smoorheet klimaat. Het huis van generaal Santander, strijdmakker en latere rivaal van Simón Bolívar, ligt aan de rand van de stad. De woning van Santander passeerden we zonder te stoppen, het zag er vriendelijk uit, het gaf met van die typische Spaanse manier van dakbedekking -dakpannen onder en bovenkant over elkaar gelegd- een koloniale indruk. De stad is in 1875 volledig verwoest door een aardbeving. De plaats is de doorgang van Venezuela naar Colombia en heeft behalve een heet en droog klimaat weinig te bieden. Qua sfeer heeft het alles van een smokkelaarnest. Veel straatverkopers die werkelijk alles verkopen wat draagbaar is.
Cúcuta – Bucaramanga
De formaliteiten aan de Colombiaanse zijde van de grens verliepen eenvoudig. Uit diverse reisverslagen, maar ook van de chauffeur die het ons ongevraagd vertelde, moesten we geloven dat Cúcuta een onbetrouwbare smokkelaarstad zou zijn. Al die waarschuwingen en verhalen in de trant van: ‘Voor een paar schoenen snijden ze je de keel af’, maakten ons, ondanks onze goede reiservaringen, toch huiverig. Je moet je er tegen verzetten om in iedere Colombiaan een potentiële dief of moordenaar te zien.
Colombia, Cúcuta – Bucaramanga
De taxichauffeur met wie we tot overeenstemming waren gekomen over de prijs om ons tot hotel ‘Casablanca’ te brengen, kwam op zijn beloftes terug toen hij het centrum van de stad naderde. Hij wilde niet verder rijden, zei dat hij de weg niet goed kende. Zijn gedrag deed mij twijfelen of hij het werkelijk niet wist, dan wel het centrum vreesde. Nog vol met vooroordelen weigerde ik echter de taxi te verlaten, mijn verzet was gebaseerd op een mengeling van angst en lamlendigheid door mijn koorts. Uiteindelijk reed hij naar het centrale busstation en pikte daar een vriend van hem op die de weg wel wist.
Colombia, San Juan de Girón
San Juan de Girón ligt op maar net tien kilometer afstand van Bucaramanga. Een nog volledig in Spaanse stijl gehandhaafd plaatsje. In vroeger tijden moet het een niet onbeduidend tabakcentrum zijn geweest.
Colombia, San Juan de Girón, spelend meisje op het plein
Vele Bucarameños gaan er in het weekend heen om de sfeer van vroeger te proeven. De kerk dateert van de Spaanse overheersing. In een van de restaurantjes hebben we zitten praten met een van de dorpsbewoners.
Colombia, Santa Fe de Bogotá
Nabij de het Bolívar-plein bevindt zich ook het huis van Manuela Sáenz, de vriendin van Simón Bolívar. We liepen de stad door naar het startpunt van het kabelbaantje van de Monsserate heuvel. Dit kabelbaantje dat in de jaren vijftig door de Zwitsers werd gebouwd voerde ons in korte tijd 500 meter hoger tot 3150 meter. De top geeft een overzicht op de stad met zijn zes en half miljoen inwoners. Het beeld past niet eens op drie ansichtkaarten naast elkaar.
Colombia, Santa Fe de Bogotá, plaquette
Simón Bolívar-plein, het hart van de stad. Op de muur van het oude parlementsgebouw is een marmeren plaat aangebracht met het eerste artikel van de “Wet op de vrijheid” gegraveerd. In oud-Spaans leest men dat de slavernij. In Colombia sinds 1852 is afgeschaft. Op het voetstuk van het standbeeld van Bolívar, zijn de uitspraken van hem vereeuwigd in brons. Tegenover het oude parlementsgebouw in de richting van Simón Bolívar zijn blik, was men druk bezig met de bouw van het nieuwe paleis van justitie. De guerrilla’s hadden in 1985 met gijzelneming van talloze aanwezige rechters, het oude paleis bezet. Aan de bezetting werd na een zeven uur durende beschieting een einde gemaakt. Het paleis werd daarbij vrijwel met de grond gelijkgemaakt. Bolívar moet dit vanaf zijn sokkel hebben aanschouwd, men beweert dat het bronzen beeld heeft gehuild, de militairen ontkennen dit in alle toonaarden en hebben de “Wet op de vrijheid” vervangen door de “Wet van de nationale veiligheid”.
Colombia, Popayán, koloniale, witte gebouwen.
Grote witte gebouwen van twee of drie verdiepingen. Opgetrokken in een stijl die men nog een enkele keer tegenkomt in het Spaanse Andalusië. Vanwege het aangename klimaat vestigden zich hier de rijke eigenaars van haciënda’s. Op hun oude dag moeten ze de hitte van Cali (Caliente = heet) zijn ontvlucht en rentenierden ze van hun rijkdom in dit dal. Het wordt ook wel de tuinvallei van Pubenza genoemd.
De op 1760 meter hoogte gelegen stad Popayán is gesitueerd midden in een enorm grote vallei. Groene, goudbruine en roodgele kavels grond waren tussen de bergen gedrapeerd. Hoe zuidelijker we komen des te minder Westers het wordt. Een vriendelijk, oud dametje stond ons te woord toen we om een kamer vroegen in hotel “La Casona del Virrey”. Het bleek de eigenaresse te zijn van dit 260 jaar oude hotel. Een gespaard juweeltje, stammend uit de koloniale tijd. Het logement had zelfs de laatste aardbeving van 1983 overleefd. Het was wel flink heen en weer geschud doch had het aardse geweld doorstaan, vertelde de kleine vrouw ons. Dat gold niet voor een groot deel van de rest van de stad.
Ecuador is ongeveer zeven maal zo groot als Nederland. Het dankt zijn naam aan de ligging rond de evenaar (equator). De evenaar loopt net ten noorden van de hoofdstad Quito die op een hoogte van 2850 meter ligt en daarmee na La Paz in Bolivia de op een na hoogst gelegen hoofdstad ter wereld is en tevens het meest westelijk gelegen land van Zuid-Amerika en het kleinste Andes-land.
Ecuador, Quito
In de onafhankelijkheidsstrijd versloeg maarschalk Sucre en strijdmakker van Simón Bolívar, in 1822 de Spanjaarden bij de slag om Pichincha. Hij veroverde hij de hoofdstad Quito. Al snel nadat Bolívar arriveerde werd Ecuador onderdeel van de federatie ‘Groot Colombia’. Nadat Venezuela in 1829 dit verband verliet resteerde het staatsverband ‘Nueva Granada’. In 1830 verliet Ecuador dit verband. Tot in de 20ste eeuw waren er veelvuldig grensconflicten met het buurland Perú. De politiek wordt sinds de 19e eeuw overheerst door de tegenstellingen tussen conservatieven en liberalen. Van 1963 tot 1979 werd het land geregeerd door een militaire junta.
Ecuador, Quito
Beeld van maatschappelijke onrust in Ecuador. Protesterende familieleden vragen aandacht voor hun spoorloos verdwenen verwanten.
Ecuador, Guamote, Camposinos.
Vanuit Riobamba met een lokale bus naar Guamote. Een klein plaatsje dat donderdag’s een prachtige, inheemse markt heeft. De mensen uit de omringende dorpen in de bergen komen hier hun goederen verkopen en boodschappen doen.
Peru
Peru, na Colombia en Brazilië het grootste land van Zuid-Amerika, is bijna 40 maal zo groot is als Nederland. Het is ingeklemd tussen zee, woestijn en oerwoud. De Peruanen delen het land in een drietal regio’s in; de kust of ‘Costa’, het gebergte en hooglanden; ‘Sierra’ en de oerwouden achter de bergkammen van de Andes; de ‘Selva’ De 2250 kilometer lange kustlijn vormt de abrupte overgang tussen het zilte water van de Stille Oceaan en het hete zand van de woestijn. Hoewel in de Costa zo’n 10 % van landoppervlak omvat, wonen er van iedere twintig Peruanen negen in de kuststreek. De Costa vormt dan ook het economisch hart van het land. De siërra met een gemiddelde hoogte van rond de drie kilometer, bedekt zo’n kwart van het land met ruige bergen en adembenemende hoogvlakten. Alhoewel de helft van de Peruanen hier leeft, is het een arm bestaan wat men er heeft. De Selva vanaf de helft van de oostelijke bergruggen van de Andes tot ver over de grenzen met Brazilië, is bedekt met oerwouden, biedt het slechts één op de twintig Peruanen zijn leefomgeving. De selva vormt echter wel meer dan 60% van het oppervlak van Peru.
Peru, Lima, Spaanse balkons.
Het centrum van Lima ademt op sommige plekken nog steeds een sfeer uit alsof Simón Bolívar zo uit een koloniale kerk kan stappen. De Spaanse balkons in Lima worden gekoesterd als Hollandse molens in Nederland.
Peru, Ayacucho
Op 9 december 1824, vond nabij Ayacucho, de belangrijkste veldslag uit de Peruaanse geschiedenis, misschien wel de hele Zuid-Amerikaanse historie plaats. Met die slag, op de hoogvlakten van Quinua, werd de genadeslag toegediend aan Spanje. De revolutionaire troepen, zo’n 6000 man in totaal, bestonden uit Venezolanen, Colombianen, Argentijnen, Chilenen en Peruanen. Onder leiding van Bolívar waren ze opgetrokken. Bolívar had de slag om Junín gewonnen in augustus, en liet nu de eer aan zijn medestrijder Sucre. De Spaanse troepen werden geschat op 9000 en hadden tien maal zo veel artillerie stukken tot hun beschikking. De Spanjaarden delfden het onderspit tegen het mestiezenleger. De mestiezenmacht hakte onder leiding van Sucre het Spaanse leger in de pan. Met de overwinning kwam een einde aan bijna vier eeuwen Spaanse overheersing.
Peru, Ayacucho – Quinua, standbeeld
Een standbeeld met de zes leiders, Sucre, Cordoya, La Mar, Gamara Lara en Hiller kijken me aan. Als ik de tekst lees blijkt het in december 1994, honderdvijftig jaar na de overwinning te zijn onthuld door president Juan Velasco Alvarado, Ik werkte destijds amper twee maanden in Peru en herinner me slechts het krantenartikel hierover en de fraaie postzegel die ter herdenking werd uitgeven.
Peru, Ayacucho – Quinua: jongetjes op hun paardje
Ik dacht een enorm uitgestrekte slagveld aan te treffen. Dat valt mee, ik kan het zompige grasveld op zo’n 3300 meter hoogte gemakkelijk overzien. Hier werd de slag van Ayacucho uitgevochten. Hier kwam een einde aan de bijna vier eeuwen Spaanse overheersing. Een paar jongetjes bieden ons aan, tegen betaling een rit om hun paardjes te maken. We gaan er niet op in doch loven 5 soles uit om ze een wedstrijd te rijden op deze historische pampa.
De droom van Bolivar: Colombia, Ecudaor, Peru en Bolivia in een verband.
De droom aan duigen
In 1824 leidde Bolívar de revolutionairen die Peru wilden bevrijden en een jaar later werd hij president van dat land. Hij koesterde zijn droom Zuid-Amerika om te smeden tot een ongedeeld rijk. De kleine bovenlaag uit de regionale hoofdsteden, beschouwden hun gebied als koninkrijkjes. Zij voelden weinig voor een dergelijk gecentraliseerd gezag. Om de onafhankelijkheid van de nieuwe landen te verzekeren, organiseerde Bolívar inter-Amerikaanse conferenties. Hij faalde echter in zijn streven naar een politieke eenheid. Zijn belangrijkste generaal Francisco Santander wilde een veel losser, federaal verband. Hij kwam daar mee in conflict met Bolívar. Uiteindelijk won Santander. In 1828 trad hij af als president. Venezuela en Ecuador scheiden zich af in van 1830. Bolívar trok zich terug als een gedesillusioneerde man. Koortsend van de tbc verliet hij Colombia door de Magdalena-rivier af te zakken naar zijn geboorteplaats San Matheo in Venezuela Het werd het sterfjaar van Bolívar. In Venezuela en Bolivia is zijn geboortedag nog altijd de nationale feestdag en in de andere Zuid-Amerikaanse naties wordt hij nog geëerd als El Libertador.
Grensconfilct Ecudaor – Peru
]Herhaalt de geschiedenis zich?
Tot zijn ergernis faalde Bolívar in zijn streven naar een politieke eenheid. Bolívar trok zich terug als een gedesillusioneerde man. De geschiedenis van Zuid-Amerika heeft zich voortgezet in het spoor van zijn tegenstrever Santander. Doordat Ecuador en Peru beide een groot stuk jungle opeisen is de oppervlakte niet exact vast te stellen. Grensconflicten doen zich ook in 1995 nog voor.