Bij het zien van de zoveelste portret van Che, de tiende buste van José Martí, de dertigste historische foto van Fidel dringt de muziek zich aan me op. Geen Cubaanse salsa maar de tekst van Sting. ‘Every breath you take, And every move you make, Every bond you break, every step you take, I’ll be watching you’ Overal kijken de levende en dode helden me aan. In deze reportage beschouw ik enkele momenten van de Cubaanse revolutie maar ook “El otro lado” de andere kant ervan.
Bijna teder legt hij zijn hand op het bankbiljet. Een kapot gewerkte hand, met kloven als sporen van arbeid. De gerimpelde vinger wijst naar het iconische hoofd. Rechts van de handtekening van de bankpresident lezen we “Ernesto Guevarra”. Ik herken de pose waarin de fotograaf Alberto Corda de Cubaanse held vereeuwigde.
Dan steekt de man van wal; ‘Samen met Camilo Cienfuegos, Fidel en Raúl Castro verdreef hij de meedogenloze dictator Batista. Op nieuwjaarsdag 1959 vluchtte Batista van ons eiland. Onder leiding van Commandante Che hadden de revolutionairen Havanna bereikt’. De stem van de man klinkt overtuigend maar zijn tekst lijkt ingestudeerd. Hoe oprecht is dit ‘Onze Vader’ van de revolutie?
Begintijd van de revolutie was hoopvol perspectief. Het is adembenemend wat de revolutionairen in de beginjaren in Cuba bereikten. De armoede werd drastisch verminderd, de kinderarbeid het land uitgewerkt. Zowel het analfabetisme als het machismo werden succesvol bestreden. Adembenemend veel. Zoveel dat er buiten de lijn van de Partij, geen zuurstof meer resteert.
Druk ratelt ze door de telefoon. Nauwelijks tijd om een trek van haar sigaret te nemen. Achter haar roept een held met geheven vuist; ‘Opschieten’, de revolutie kent geen geduld.
Als ik het stadje Viñales in rij, kijken grote koppen onder zware regenwolken me ernstig aan. Ik herken Simon Bolívar, José Martí en Che Guevara.Volgens de Cubanen is uitspraak van de Apostel van de Onafhankelijkheid van Cuba, José Martí. “Homeland is Humanity”, een briljante. Maar de ernstige blikken onder zware regenwolken duiden erop dat de glorietijd van de revolutie al lang voorbij is.
Een Heilig Hartbeeld veelal een staande Christusfiguur in een lang gewaad met een vlammend hart. De handen wijzen naar het hart. Devotie is eeuwenoud. Ik zie in Havana de Cubaanse versie van Heilig Hartverering op Plaza de la Revolución. Naast het gebouw van het ministerie waar Guevara werkte, toont de wand een stalen contour van zijn gezicht. Onder de afbeelding is Guevara’s motto, “Hasta la Victoria Siempre”, Tot de overwinning altijd!
Na het zien van de zoveelste portret dringt de muziek zich aan me op. Geen Cubaanse salsa maar de tekst van Sting. ‘Every breath you take, And every move you make, Every bond you break, every step you take, I’ll be watching you’ Overal kijken de helden me aan, José Martí , Camilo Cienfuegos en Che Guevara.
“Es preciso batallar, para entender bien a los que batallan”. Het is nodig om te vechten, om degenen die strijden goed te begrijpen.
Vroeger kende menig huis of winkel een hoekje voor de heiligen, een altaartje met beeldjes. Vandaag de dag zouden we zeggen een meditatief plekje. In Cuba bestaan ze nog, gevuld met wereldse heiligen. Het gevoel bekruipt me beloerd te worden door deze versteende blikken uit een verleden. Overal kijken de mannen me serieus aan. De revolutie is een ernstige zaak. Is het soms de bedoeling de Cubanen bij de les te houden zoals vroeger het Heilig-Hart-beeld de katholieke schooljeugd in het gareel moest houden. Of gaat het nog verder?
‘Oh, can’t you see, You belong to me’ Is dat het misschien waarop iedere autoritaire leider hoopt, dat hij het denken zo beheerst dat de massa hem toebehoort? ’Every word you say, Every game you play, Every night you stay, I’ll be watching you’
Ik zie Che meekijken over de schouders van een schaakspeler.
Ik zie Che meekijken over de schouders van een schaakspeler. In de stampvolle werkplaats van een timmerman bekijkt hij het werk.
In talloze Cubaanse steden en dorpen zijn (borst)beelden van de dichter José Martí te vinden. Bij een afgebladderd wit beeld liggen verse rode bloemen.
Tu ejemplo vive, tus ideas perduran.
Jouw voorbeeld leeft, jouw ideeën blijven bestaan. Deze vervoerder moet tevreden stellen met een ezelskar. Onbereikbaar bleek het streefbeeld van de ‘Nieuwe mens’
Bij de receptie van een instelling zie ik het met wandbord met Che. Daaronder zijn afscheidsbrief. Rond 1965 schreef hij de brief die na zijn dood geopend mocht worden. “Jullie vader was een man die handelde volgens zijn geloof geweest en trouw bleef aan zijn overtuigingen” Hij gaf zijn kinderen een laatste advies: “ Studeer technieken die de beheersing van de natuur mogelijk maken. Vergeet niet dat de revolutie belangrijk is voor een ieder van ons. … Boven alles, proberen vanuit een diep gevoel geen onrecht begaan tegen een persoon in welk deel van de wereld. Dat is de mooiste kwaliteit van een revolutionair. Tot altijd, kleine kinderen. Ik hoop nog steeds om jullie weer te zien. Een heel grote kus en een knuffel van Papa”.
Alsof Che zijn noodlot kende toen hij 9 oktober 1967 in Vallegrande (Bolivia) werd vermoord.