Bij het verscheiden van Alewijn Oostwoud Wijdenes


Op 29 januari 2015 overleed mijn inspirator de fotokunstenaar Alewijn Oostwoud Wijdenes.

Een half jaar voor zijn overlijden, bezocht ik Alewijn die toen toevallig bezoek had, we zijn dan ook heel kort gebleven. Nadien hoorde ik dat het slecht met Alewijn ging. Later belde ik hem om even langs te komen maar hij vertelde me dat hij bezoek kreeg van iemand die hij 30 jaar niet had gezien en hij zoveel bezoek niet meer aan kon.
Hij stelde mijn telefoontje erg op prijs en feliciteerde me met het behalen van de porfolioprijs van Pf (Professionele Fotografie) en zou het op prijs stellen als hij ons nog eens sprak. ‘Maar een nieuwjaarskaart zit er niet meer in, want zoveel jaren van leven heb ik niet meer’.

Alewijn werd beschouwd als een fotokunstenaar, die in de luwte van de fotografische ontwikkelingen werkte aan een opmerkelijk oeuvre. In z’n geënsceneerde fotografie komt een surrealistische wereld tot leven. Zijn werk is diverse keren opgenomen in exposities in Europa en Amerika. won in Italië de Michel Angelo Medaille en de zilveren beker voor de beste zwart-wit foto in 1973. Zijn foto’s zijn in bezit van het Rijksprentenkabinet en de erkenning als kunstfotograaf betekende dat dit genre eigen plaats inneemt binnen de fotografie.

Mijn eerste, onbewuste ontmoeting met Alewijn dateert van 1972 toen hij een foto-expositie van mij bezocht. Daarna duurde het tot 2006 voordat ik hem ‘echt’ ontmoette. In Anna Paulowna bij de tweejaarlijkse kunstmanifestatie ‘Beeld in Tuin’. In onze tuin had Jan Reus zijn kunst geplaatst. En Alewijn kwam dat bekijken. We spraken over kunst en cultuur, over de huidige tijd met zoveel rationalisme en efficiency. Het gesprek kwam op fotografie. Jan zag mijn werk over de Afsluitdijk en attendeerde me erop dat zijn huisgenoot ook een verwoed fotograaf was die zeker belangstelling zou hebben voor mijn werk. Een uitnodiging voor Jan zijn expositie in Gallery Waterloo volgde. Met Maria bewonderde ik enkele weken later het fraaie werk van deze Reus.

In Gallery Waterloo ontmoette ik Jan zijn huisgenoot Alewijn Oostwoud Wijdenes. Na een gesprek over de veranderingen in de fotografie, met name de laatste jaren door de ontwikkelingen met de digitale camera’s, toonde hij ons zijn foto’s. ‘Die ken je zeker ook wel’, wijzend op een prachtige zwart-witplaat. Zijn vinger wees naar Peter Bes die op een fiets in de gang van zijn atelier langs zijn vrouw Irene van Grijzenhout reed voor een surrealistische foto. ‘Met Peter heb ik ooit mee geëxposeerd’ was mijn antwoord. Ik vertelde hem over mijn eerste tentoonstelling van 1972. Terwijl ik dat vertelde zag ik de beelden weer van zo lang geleden, ik zag in gedachten een nette man, een fotograaf die op die zondag mij zijn werk toonde.
Ik zag een tuin onbetreden en een kind dat daar stond.
Het stond aan zijn schrijftafel te schrijven op een lei.

Ik vertelde hem over die expositie en over die fotograaf wiens naam ik me niet herinnerde maar wel zijn prachtige plaat van dat naaktmodel in die kale kerk. Met een toon alsof hij alle namen van fotografen uit die tijd herinnerde informeerde hij: ‘Weet jij wie dat was? ‘Nee, ik zou het echt niet weten, het is te lang geleden’. Hierop antwoordde Alewijn: ‘Dat was ik’
Het stond aan zijn schrijftafel te schrijven op een lei.
Het woord onder de griffel herkende ik, was van mij.

Daarna volgden talloze bezoeken. Uit het bezoek dat ik medio 2012 aan Alewijn bracht met de Polderse werkgroep Autonome Fotografie herinner ik me hoe hij over zijn levensverhaal vertelde. Dat verhaal toonde aan dat hij ondanks een druk bestaan als bollenteler met beperkte middelen (goed fototoestel en onbetaalde modellen) als kunstfotograaf internationaal kon doordringen en tot op indrukwekkende hoge leeftijd is doorgegaan met als belangrijkste grondstof zijn ideeën. De levensles voor mij: ‘Jezelf de ruimte gunnen en je je niet laten inpakken beperkende overtuigingen van jezelf of je omgeving . Doen wat je graag wilt doen’.
Eind 2014 sprak ik Alewijn voor het laatst door de telefoon. Nadien berichtte ik Jan Reus en verzocht hem Alewijn de groeten te doen en hem te zeggen dat ik het uit de grond van mijn hart meen dat hij voor mij een lichtend voorbeeld is, van een mens die zijn hart volgt voor de schoonheid die hen beroert.
En telkens als ik even knikte dat ik het wist,
liet hij het water beven en het werd uitgewist.

Kees Looijesteijn

Geplaatst in blog, Blogs.